Als er sprake is van bijvoorbeeld: - weinig zelfvertrouwen hebben en onzeker zijn - je somber voelen, gespannen zijn, slecht slapen - veel piekeren en tegen alles opzien - je angstig voelen - geen keuzes kunnen maken of tot niets kunnen komen - je negatief en kritisch voelen naar anderen - moeilijk kunnen genieten en overmatig controle houden - perfectionistisch zijn - jezelf niet durven uitspreken of je geremd voelen in gezelschap - onduidelijke lichamelijke klachten hebben - een verstoord eetpatroon hebben - last hebben van nare of schokkende (verlies)ervaringen